>> Bibliotheek > Uitgebreide dojo etiquette


Etiquette speelt bij Japanse krijgskunst een belangrijke rol. Onder etiquette wordt verstaan een stelsel van regels en gebruiken waarnaar men zich dient te gedragen. De regels en gebruiken zijn gebaseerd op de traditionele Japanse normen en waarden.
Argumenten, om traditionele Japanse etiquette te gebruiken bij kendo en andere Japanse krijgskunsten zijn onder andere respect, veiligheid en traditie



Respect


Beleefdheidsvormen, zoals het buigen, hebben te maken met respect voor elkaar. De ruimte waar de krijgskunst wordt beoefend heet "dojo" in het Japans. Bij het betreden van de dojo stapt de beoefenaar een meter naar binnen en groet de aanwezigen of de ruimte met een kleine buiging (zo´n 30°). Met deze buiging toont de beoefenaar naar de omgeving dat hij of zij zich conformeert aan de Japanse normen en waarden. Maar ook naar zichzelf heeft deze handeling een functie. Het is een moment van bezinning. Het verhoogt het bewustzijn dat men niet zomaar een gymzaal betreedt, maar een dojo. Dat proces begint al in de kleedkamer, door het aantrekken van traditionele Japanse kleding, de hakama en keiko-gi. Na deze buiging loopt men snel door, want anderen hinderen om de ruimte te betreden getuigt niet van respect. De dojo-etiquette plaatst het groepsbelang boven het individuele belang. Er wordt van een beoefenaar van Japanse krijgskunst verlangt dat hij of zij het ego onderdrukt en zich conformeert aan de groep.

Een andere uiting van respect is naar de "Shinden". De shinden is soms fysiek aanwezig als een mini-altaar aan de muur en is een symbool voor de vele voorgangers die met veel inzet deze krijgskunst hebben gebracht tot wat het nu is. Buigen naar de shinden is dus respect tonen naar al die voorgangers



Veiligheid


Andere handelingen komen voort uit praktische regels die werden gehanteerd door de soldaten in de tijd dat de krijgskunst nog was bedoeld voor oorlogsvoering. Deze handelingen zijn gericht op onderhoud van de wapenuitrusting en het continu gereed en alert zijn (zanshin). Bij kendo is het stalen zwaard vervangen door een bamboe zwaard (shinai), maar de gebruiksetiquette is afkomstig van het stalen zwaard. Leunen op het zwaard is uit den boze: het wapen is op dat moment niet gebruiksklaar, de gebruiker toont weinig alertheid en een echt zwaard zou zo beschadigen. Over een shinai of een zwaard heen stappen is een groffe overtreding. Op dat moment verhinder je namelijk voor de ander om het zwaard te kunnen trekken. Tevens bestaat de mogelijkheid dat je op het wapen trapt. Dat kan het wapen beschadigen en tevens een verwonding aan de voet veroorzaken. Het is wel heel erg onhandig als een soldaat gewond raakt voor dat hij het strijdperk betreedt. Hij verzwakt daarmee zijn groep en gedraagt zich dus asociaal.

Een shinai is van bamboe en bamboe heeft een gevaarlijke eigenschap. De splinters van bamboe zijn scherp. Een splinter van een shinai of naginata kan een tegenstander ernstig verwonden, vooral in het oog. Onderhoud is daarom van het grootste belang. De beoefenaar dient continu alert te zijn op onvolkomenheden aan de uitrusting, zelf in het heetst van de strijd. Zodra een van de tegenstanders een onvolkomenheid zoals een splinter waarneemt, moet hij een hand opsteken als signaal en wordt de wedstrijd of training onderbroken. Dat geldt ook voor splinters op de grond.

Ook de uitrusting (bogu) dient in goede staat te zijn. De bogu is een afgeleide van de Yoroi, de bescherming van een soldaat. Een beschadigd of loszittend onderdeel van een yoroi kon de dood tot gevolg hebben. Een bogu die ondeugdelijk is of los zit vergroot de kans op letsel en is tevens een reden om de training te onderbreken. Daardoor verhindert de eigenaar van de bogu weer kostbare leermomenten voor de ander.

Een bogu dient daarom op een voorgeschreven manier te zijn opgeborgen. Het op voorgeschreven wijze opbergen van de bogu heeft meerdere voordelen: Door de bogu steeds op dezelfde manier op te bergen leert men dit steeds sneller te doen. De manier van opbergen zorgt er voor dat alle onderdelen zo min mogelijk slijten. Daardoor blijft de bogu zo lang mogelijk gebruiksklaar en veilig. Ook bij het opbergen en het verlaten van de dojo is het niet sociaal om anderen op jou te laten wachten. Het toont zeker weinig respect naar de leraar (sensei). Bij het uittrekken van de bogu dient overigens gewacht te worden totdat de sensei het gezichtsmasker (men) heeft afgezet en zijn hoofddoek (tenugui) opvouwt. Meestal geeft de leraar een commando om aan te geven dat men mag beginnen. Door te beginnen voor dat de leraar dat doet is een teken dat je graag snel weg wilt en dat je zijn les blijkbaar niet waardeert. Als men de bogu uitpakt en aantrekt is dit altijd dezelfde volgorde en niets zit verkeerd of in de war dus het aantrekken gaat in de loop van de tijd ook steeds sneller.

Het dragen van sieraden is gevaarlijk bij Japanse krijgskunst. Piercings kunnen haken en uitscheuren. Een bril kan ook gevaarlijk zijn. Een veiligheidsbril met kunststof glazen is te verkiezen boven een normale bril met glas.



Voor het binnenkomen van de dojo


Wees op tijd. Als je te laat komt werkt dat storend op anderen en het toont aan dat je prioriteiten niet bij de training liggen. Zie er op toe dat je je keigogi (je pak) en eventueel je obi (band) op de juiste wijze draagt. Als je niet weet wat de juiste wijze is, vraag dit dan aan iemand die dit wel weet. Lang haar netjes opbinden in een staart of knot. Zelf ben je fris en verzorgd, schone geknipte nagels en dergelijke. Sieraden uit, want je kunt daarmee jezelf of anderen verwonden.



Bij het binnenkomen van de dojo


Op het moment dat je de dojo binnenkomt stap je ongeveer één meter binnen de dojo en maak je een buiging in de richting van de kamiza. Die stap naar voren die je maakt is om de ingang niet te blokkeren voor anderen die in -of uit lopen.

Als de les nog niet begonnen is maak je je direct nuttig door eerst de dingen te doen in algemeen belang, zoals spullen klaarzetten en de vloer schoonmaken. Daarna persoonlijke zaken zoals eerst de uitrusting gereedmaken en daarna warming up.

Zet alvast de bogu klaar zoals het hoort. Als je niet weet hoe, vraag dat dan aan iemand die het weet. Het kan zijn dat je in een vreemde dojo bent en dan moet je je aanpassen aan de regels die daar gelden. Als er wapens op de grond liggen, stap je daar nooit overheen. Je loopt er altijd omheen. Als je voor mensen langs moet lopen verontschuldig je je door te buigen en licht gebogen met uitgestrekte hand voor je voorbij te lopen.



Opstellen


De sensei geeft aan wanneer de les begint. Op commando "seiretzu" gaat iedereen in een rij staan. De hoogst gegradueerde het verst van de ingang van de dojo. De lager gegradueerden op volgorde van graad of ervaring vormen een rij. Elke volgende kijkt naar degene die links van hem staat en gaat exact in lijn zitten. Ook het wapen en de bogu worden exact zo geplaatst, ook als die manier afwijkt van wat je gewend bent. Er wordt vanaf dat moment niet gesproken en bewegingen worden beperkt tot het uiterst noodzakelijke.



Groeten


Bij het commando "seiza" gaat de hoogst gegradueerde zitten en direct degene rechts van hem en zo gaat iedereen als een kettingreactie zitten. Bij het commando "otagai ni rei" plaats je eerst de linker hand en dan de rechter hand. Wijsvingers en duimen vormen een driehoek. Bij iaido raken de ellebogen de grond en je houdt oogcontact met de omgeving.

Voor het commando "sensei ni re" richt iedereen zich richting de sensei. Op het commando "sensei ni re" buigt iedereen op dezelfde manier als bij "otagai ni rei". Als de sensei terug groet, kom je niet eerder omhoog dan de sensei. Door 'onegaishimas' te zeggen geef je aan dat je graag onderwezen wilt worden door deze sensei.

Bij het commando "tatsu" sta je op, degene links van je eerst. Als men aangeeft om je ergens op te stellen blijf je niet treuzelen, want dan hinder je de anderen en communiceer je dat je er geen zin in hebt.



Tijdens de les


Voordat je met je partner een oefening begint elkaar altijd eerst groeten. Na het wisselen van partner, of als de Sensei of de leraar de oefening onderbreekt, afgroeten. Als tijdens het oefenen met je partner de Sensei of de leraar langs komt om bepaalde dingen nog eens uit te leggen, afgroeten nadat hij dit heeft gedaan. Niet opletten als de sensei iets uitlegt is erg onbeleefd!



Aantrekken van de bogu


Bij kendo en naginata, als je in het bezit bent van een bogu, dan trek je tare, do en suneate aan en wel in die volgorde. Doe handelingen altijd eerst links en dan rechts. Doe alles in seiza en kom niet omhoog. Als je iets niet weet, vraag het voor de les aan een hoger gegradueerde, tijdens de les is daar geen tijd voor. Doe het snel, want anderen laten wachten is niet sociaal.

Iets melden, vragen of herstellen tijdens de les Als je wat wilt vragen aan de sensei of sempei, of als er iets gebeurt waardoor een een training met een partner wilt onderbreken, steek je een hand op. Let erop dat ook tijdens de les je kleding, bogu en wapen correct worden gedragen. Zonodig regelmatig een en ander weer herstellen. Ga voor het herstellen van kleding naar de rand van de dojo, ga in seiza, doe de kote uit als je in bogu bent en voer de correcties uit.



Te laat komen


Als je te laat komt nooit de dojo binnenwandelen als de Sensei of de leraar net iets aan de hele klas aan het uitleggen is. Nadat je de dojo bent binnengekomen blijf je aan de rand staan, totdat de Sensei of de leraar je toestemming heeft gegeven om de tatami te betreden.



Eerder weggaan


Als je eerder weg wilt eerst toestemming vragen aan de Sensei of de leraar. Pas als deze je toestemming heeft verleend de tatami te verlaten, mag je weggaan. Denk erom dat je voordat je de tatami verlaat, eerst weer het portret groet (in seiza).



Einde van de les


De sensei geeft aan wanneer de les begint. Op commando "seiretzu" gaat iedereen in een rij staan net als bij aanvang van de les. Bij "seiza" gaat men zitten. Bij het commando "men no tore" wacht je totdat de sensei de men heeft afgezet en aan zijn tenugui begint. Pas dan begin je zelf. Het afgroeten is net als het groeten bij het begin van de les. Bij het groeten van de Sensei of de leraar is het de gewoonte dat je 'domo arigato gozaimashita' zegt. Dit betekent dat je hem of haar bedankt voor de les. Je kunt nog naar de sensei toe gaan en in seiza de sensei groeten en bedanken. Vaak krijg je dan een persoonlijke evaluatie van de les van de sensei. Ook daarna is het gewoonte dat je bij het afgroeten 'domo arigato gozaimashita' zegt.



Verlaten van de dojo


Voor het verlaten van de dojo doe eerst de dingen in algemeen belang, zoals spullen opruimen. Daarna persoonlijke zaken zoals de uitrusting opbergen.